Gescheiden door de oorlog
- Details
- Category: Getuigenissen
- Hits: 4006
Karel Bastiaens vertrok in 1916 naar Engeland om er in de National Projectile Factory in Birtley te gaan werken. Zijn gezin zou nakomen. Maar het schip dat hen naar Engeland moest brengen werd geënterd.
Karel Bastiaens (Antwerpen 1879 – Grimbergen 1955) stapte in 1906 in het huwelijksbootje met Joanna Lauwerijs (Antwerpen 1880 – Antwerpen 1961). Ze kregen drie kinderen, Martha, Hélène en Jozef, van wie de jongste werd geboren op 27 augustus 1914. Dit was slechts enkele dagen voor het eerste bombardement van Antwerpen en enkele weken voor de belegering van de stad. Joanna vluchtte met haar kinderen naar Rotterdam. Het gezin werd gescheiden, want Karel had legerdienst en werd ingedeeld bij een eenheid die Antwerpen moest bewaken.
Tijdens de belegering trokken de troepen waartoe Karel behoorde zich terug en staken zij de Nederlandse grens over via Berendrecht. Aangekomen in Nederland, werd hij herenigd met zijn gezin. Wat opvalt, is dat Karel gehuld is in burgerkledij op de foto. Waarschijnlijk heeft de man na zijn aankomst in Nederland burgerkledij aangekocht en werd hij daardoor niet geïnterneerd. Uit het trouwboekje blijkt wel dat Joanna gedurende haar verblijf in Rotterdam uitkeringen kreeg om haar en haar drie kinderen te onderhouden. Ze verdiende nog wat geld bij door verstelwerk te doen.
Karel trok in 1916 naar Engeland en verbleef in de buurt van Durham. Hij ging aan het werk in de National Projectile Factory in Birtley. Dit is het stadje waar naast de fabriek de bekende gemeenschap Elisabethville werd opgebouwd. Karel schreef een brief naar Joanna met de vraag om ook naar Engeland te trekken. Er waren reeds veel militairen met hun families daar aanwezig. Joanna ging in op dit voorstel en ging in juni 1916 met haar drie kinderen aan boord van het schip The Brussels. Deze boot, onder leiding van de gekende Captain Fryatt, werd echter onderschept door de Duitse Kriegsmarine. Het schip werd geënterd en afgevoerd naar Zeebrugge en Joanna en haar kinderen kwamen op die manier terecht in bezet gebied. Met de trein reisden ze van Zeebrugge naar Antwerpen en daar bleven ze gedurende de rest van de oorlog .
Op die manier werd Joanna een hereniging met haar man ontzegd. Gedurende haar periode in Nederland en België, trachtte ze toch contact te onderhouden met haar man en familie. Stille getuige hiervan zijn de verschillende postkaartjes met foto’s van de kinderen. Karel bleef in Engeland tot 1917 en daarna vertrok hij naar Frankrijk, waar hij in een bevoorradingskamp ver achter de linies werkte. In 1919 keerde hij terug naar zijn gezin en zij verhuisden van Antwerpen naar Berchem.
Tijdens zijn verblijf in Engeland, kocht Karel een Pears’ Encyclopaedia. In deze encyclopedie stond verschillende informatie opgelijst, zoals een dagelijks overzicht van de oorlogsgebeurtenissen. Achter Karels rug om spraken zijn kinderen steeds over hem als ‘de pet’. Pet is het Noord-Engels dialectwoordje voor love.
Bron:
Getuigenis Roger Bryssinck, verhaal van zijn moeder en grootouders.
Met dank aan Jolien De Vuyst van de Vakgroep sociaal werk en sociale pedagogiek UGent, interviewer Verhalenverzameldag in het Red Star Line Museum.