Van visser tot schrijnwerker en terug

In 1914 vluchtte de familie Falleyn met een vissersboot naar Engeland.

Ernest Falleyn (1877-1927) was visser in Blankenberge. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kreeg hij opdracht de vissersboten (eigendom van de rederij onder burgemeester D'Hondt) in veiligheid te brengen en naar Engeland te brengen. Zo vertrok Ernest Falleyn met zijn zes kinderen en zwangere vrouw – Chlothilda Hoenraet – naar Lowestoft. De vissersboot werd er achtergelaten en het gezin nam de trein naar Exeter. Daar verbleven ze enige tijd tot ze een definitieve verblijfplaats kregen in Launceston (Cornwall). De familie verbleef er vijf jaar. Ze kregen een eigen huis en de kinderen konden er naar school gaan. Enkele maanden na hun aankomst beviel Chlothilda van haar zevende kind, een zoon die naar de Belgische koning Albert werd genoemd.

Ernest Falleyn werkte in Launceston als schrijnwerker. De kinderen, vooral de oudsten, deden de boodschappen en zorgden voor de communicatie met de dorpelingen van Launceston. Zij leerden immers vlot Engels. Chlothilda is echter altijd Blankenbergs blijven praten. Ze sprak haar kinderen in hun moedertaal aan, zij antwoordden in het Engels.

Toen de oorlog afliep, kon Ernest met zijn gezin in Engeland blijven, maar door heimwee gedreven, besloot hij terug te keren naar Blankenberge en opnieuw het harde bestaan van visser op te nemen. Ook zijn vrouw wou  naar België terugkeren, mede omdat ze voor haar zwaar zieke moeder wilde zorgen.

Gedurende de Eerste Wereldoorlog verbleven er in totaal 91 Belgische vluchtelingen in Launceston. De burgemeester  – William F. Thompson  – weigerde gebruik te maken van subsidies uit Londen; hij ging er prat op dat Launceston voldoende geld en middelen inzamelde om 'hun Belgen' te onderhouden. 

Bron:

Ineke Steevens (coördinator wetenschappelijk werk Visserijmuseum Oostduinkerke), Zeeslag. Vissers op de vlucht 1914-1918. Lezing op de Contactdag ‘De Groote Vlucht’. Landbouw, Voeding en Eerste Wereldoorlog, 10 oktober 2014, Miummm, Roeselare.

De familie Govaert-Falleyn bezorgde de feiten over hun ouders/grootouders.

Arthur Wills (Launceston, Cornwall) zorgde voor de gegevens over de vluchtelingen in Launceston.

Met dank aan Karen Curé.