De Moale

Tijdens de Eerste Wereldoorlog speelde de ferrydienst Oostende-Dover, in de volksmond ‘de Moale’ genoemd een belangrijke rol in het overbrengen van vluchtelingen naar Engeland.

Op 31 augustus  ging Koningin Elisabeth samen  met haar drie kinderen  aan boord van de Jan Breydel onder het gezag van de kapitein Timmermans, om haar kinderen in Engeland in veiligheid te brengen. Daarna keerde de koningin naar België terug. Jacobus Schaap, mecanicien bij ‘de Moale’, vluchtte eveneens met zijn familie naar Engeland.De Antwerpse Jacobus Schaap (°1879) stamde uit een Friese  familie van zeevaarders. Documenten tonen aan dat hij reeds vanaf 1899 als machinist op schepen werkte. Misschien begon hij reeds vroeger, zijn vader vertrok immers al op zijn dertiende en bleef zeven jaar weg! Jacobus behaalde in 1904 in Antwerpen het diploma van Stoomboot Mecanicien tweede klas. 

Met het diploma op zak en ondertussen getrouwd met Elise Elst vestigde hij zich, samen met zijn ouders Jan Schaap en Adrienne Berg,  in Oostende. Oostende was in volle ontwikkeling als mondaine badplaats en de mailboten Oostende Dover vervoerden elk jaar meer passagiers. Samen met de ouders werd  beslist om ook een pension, ‘Villa Elise’, te runnen in de Frans Musinstraat (het gebouw bestaat nog). In 1906 werd Jacques geboren, in 1907 Hermine en in 1909 Andreas.

In  februari 1914 kreeg Jacobus de titel van mecanicien eerste klas. Op de vooravond van WOI beschikte de Oostende-Dover lijn over 5 turbineboten: Princesse Elisabeth, Jan Breydel, Pieter de Coninck, Stad Antwerpen, Ville de Liège. En 6 raderboten : Princesse Clementine, Rapide, Marie Henriette, Leopold II, Princesse Henriette en La Flandre. Op 3 augustus werden de avond- en nachtdiensten afgeschaft. Tot de val van Antwerpen, op 8 oktober 1914 werden de turbineboten ingezet, eerst voor de bevoorrading en later voor de ontruiming van de metropool.  

De bemanningsleden konden hun familie meenemen en zo scheepte de familie Schaap op 13 oktober 1914 in op de Stad Antwerpen.  Aan boord waren ook veel ambtenaren en hun gezinnen. Ze zetten koers naar Le Havre waar de administratieve diensten de administratieve diensten van België waren ondergebracht. Weinige tijd later werd koers gezet naar Engeland waar ze de rest van de oorlog zouden verblijven. De kinderen liepen er school in de Engelse taal. Toen zij in 1919 terugkwamen, kwam die kennis hen in hun pension ‘Vila Elise’ nog goed van pas. Bij het afscheid hadden zij veel vrienden en vriendinnetjes achtergelaten. Getuige daarvan het poëzieboekje.

 

Bronnen:

Getuigenis Rika Billiau, schoondochter van Andreas Schaap. Met dank aan Kim Robensyn (Amsab-ISG) interviewer Verhalenverzameldag in het Red Star Line Museum.

F. Gevaert, ‘Vijf kwart eeuw Moale’, Heemkring Ter Cuere Bredene.

Freddy Philips, 14-18 op zee. Belgische schepen en zeelui tijdens de grote oorlog, Lannoo, 2013.