Van Ouaka tot Birtley

In het Belgische leger vochten in de Eerste Wereldoorlog 32 soldaten die afkomstig waren uit de Belgische kolonie Congo. Eén daarvan was Jean-Jacques M'Bondo. Ook hij kwam na heel wat omzwervingen in Engeland terecht. 

Jean-Jacques ‘Jack’ M’Bondo (in 1894 geboren te Ouaka, Belgisch Congo) verbleef sinds                5 december 1911 in Brussel en werkte er als kelner. Hij vertrok eind 1912 naar Parijs waar hij ging samenwonen met de Russische Wladislawa Olszewski. Op nieuwjaarsdag 1914 keerde hij naar Brussel terug en werd er verkoper van karton. In dat jaar huwde hij de zeven jaar oudere Wladislawa die als naaister werkte.

Op 10 augustus 1914, nog geen week na de Duitse inval, meldde hij zich als vrijwilliger bij het 5e Vrijwilligersregiment. Nog vooraleer zijn eenheid de IJzer bereikte, belandde hij van 24 tot 27 september in een Gents ziekenhuis. Eigenaardig genoeg werd hij bij het verlaten van het ziekenhuis gedemobiliseerd; maar niet veel later nam hij terug dienst. Bij een Duitse aanval in de omgeving van Sint-Joris aan de IJzer, op 4 november 1914, werd M’Bondo geraakt aan de rechterlies waardoor hij slecht ter been was. Hij werd overgebracht naar Engeland en werd er verpleegd in het Charing Cross Hospital van Londen. Op 2 januari 1918 werd M’Bondo ter beschikking gesteld van het Détachement d’Artillerie de Birtley-Elisabethville om er in een munitiefabriek te werken. Omdat men onder de Belgische vluchtelingen niet snel genoeg voldoende arbeiders vond, besliste de Belgische regering om zowat duizend, veelal gewonde, soldaten naar Birtley te sturen. Daar overleed Jack op 28 januari 1918 omstreeks 23 uur, waarschijnlijk aan een longontsteking, bijgestaan door aalmoezenier Petrus Verpoorten. Drie dagen later werd M’Bondo op het rooms-katholiek kerkhof begraven. Die begraafplaats is momenteel nog een van de weinige restanten van de Belgische enclave Elisabethville in Birtley.

Na de oorlog vond men niet meteen zijn weduwe Wladislawa M’Bondo-Olszewski terug. Uiteindelijk kon men haar adres in de Brusselse Greepstraat achterhalen. Ze stierf, amper 42 jaar oud, in 1929, in een krankzinnigengesticht in Bergen.

Bronnen:

Onuitgegeven manuscript van Bram Libotte over de Congolese soldaten tijdens WO I.

Griet Brosens, Congo aan den Yser, Antwerpen: Manteau, 2013.

Met dank aan Rob Troubleyn (Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis)