Goede manieren

Vader De Guchtenaere werkte tijdens de oorlog als telegrafist in Engeland. Zijn kinderen liepen er school in de Londense buurt Tottenham.

Gustaaf De Guchtenaere (°1878), telegrafist bij de post aan de Korenmarkt van Gent, was gehuwd met Emma Haller (°1876), van Duitse afkomst. Ze hadden drie kinderen: Elisa (°1902), Anna      (°1904) en Laura (°1909) en woonden in Ledeberg.

Moeder Emma en de kinderen waren al in 1913 in het Nederlandse Weesp bij de familie Goudappel ingetrokken. Henri Goudappel hielp de familie in 1914 om naar Engeland te vluchten.

In tegenstelling tot de andere ambtenaren, die na de inval van de Duitsers gevraagd werden om op hun post te blijven, drong men bij agenten van de spoorwegen, de post en de telegrafie aan om zich, omwille van het strategisch belang van hun activiteiten, terug te trekken uit hun functie zodat ze niet door de Duitsers konden worden opgevorderd.

In Londen werd de familie opgevangen door de familie Hatfield. Vader Hatfield was waarschijnlijk, net als Gustaaf, een telegrafist. Die laatste nam zijn beroep in Londen opnieuw op. Anna werd al gauw bevriend met Winnie Hatfield, de bijna even oude dochter van het gastgezin. De kinderen liepen school in Tottenham waar ze een uniform moesten dragen. Ze leerden vlot de Engelse taal.  Ze kreeg er ook muziekles en de kinderen wisselden er gedichtjes uit met hun vriendinnetjes (zie foto’s).

De familie kwam in 1919 terug naar België en ging inwonen bij de zus van vader Gustaaf, de Vlaamse activiste Rosa De Guchtenaere, die toen in de gevangenis zat.

De zussen Elisa, Anna en Laura bleven na de oorlog onder elkaar Engels praten en lazen elkaar voor uit Engelse boeken. Thee en porridge (havermoutpap) stonden nog regelmatig op het menu en aan hun kinderen gaven ze ook de ‘goede manieren’ door die ze in Engeland hadden geleerd. 

Bron:

Getuigenis van Ida Verhaeghe, dochter van Anna en van Marlene Germis, dochter van Laura.